Programma 2014-2015

 

Onderstaand treft u het jaarprogramma aan van de 18e cyclus nascholingsavonden voor het academisch jaar 2014 – 2015 van de Stichting Post Academisch Onderwijs Geneeskunde Jeugdgezondheidszorg (PAOG-JGZ) te Maastricht.

23 september 2014                       Seksuele ontwikkeling en Genderidentiteit
Naast monitoring en het bevorderen van een gezonde seksuele ontwikkeling, is het signaleren van ongezonde ontwikkeling en zo nodig begeleiden en verwijzen een van de kernactiviteiten van Jeugdgezondheidszorg. Om deze taken kwalitatief zo goed mogelijk uit te voeren is de JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling 0-19 jaar ontwikkeld.
Binnen een gezonde seksuele ontwikkeling  komen variaties voor in de genderontwikkeling van kinderen. Pas als een kind een sterke voorkeur voor atypisch genderrolgedrag vertoont, én een afkeer heeft voor de eigen gender én er duidelijke signalen zijn van onvrede met het eigen geslacht, wijst dit mogelijk op genderdysforie. Voor Jeugdgezondheidswerkers is het van belang om zich bewust te zijn van zorgen rondom genderidentiteit, voorlichting te geven over genderontwikkeling en bij hulpvragen adequaat te kunnen begeleiden of verwijzen.

28 oktober 2014                          Developmental Dysplasia of the Hip
In de diagnostiek en behandeling van Developmental Dysplasia of the Hip hebben de afgelopen jaren belangrijke veranderingen plaats gevonden. DDH omvat alle ontwikkelingsstoornissen van de heup, zowel de congenitale heupluxatie (de meest ernstige vorm van DDH) als ook milde heupdysplasie (achterblijvende ontwikkeling van de heupkom en kop). Ook de diagnostiek van DDH is veranderd, naast röntgen wordt veel gebruik gemaakt van echodiagnostiek. Bij de conservatieve en operatieve behandeling van DDH hebben technische ontwikkelingen plaats gevonden, die weer nieuwe mogelijkheden bieden.

25 november 2014                     Actualiteiten Kinderpsychiatrie
Sinds de nieuwe DSM-5 is gepubliceerd is er veel over geschreven. Wat is er veranderd en wat betekent de  DSM –5  voor de indicaties gespecialiseerde GGZ door de  jeugdgezondheidszorg?
Een actueel thema op het voorgezet onderwijs op dit moment is automutilatie of zelfbeschadiging. Op welke manier kan de jeugdgezondheidszorg hierop inspelen?

27 januari 2015                          Risicogedrag en verslaving bij jongeren
Hoe staat het met het problematisch gebruik van genotmiddelen onder Nederlandse jongeren? Welke genotmiddelen worden er met name gebruikt?
Wat zijn nieuwe ontwikkelingen wat betreft preventie en behandeling?
Daarnaast neemt het  problematisch internet-en gamegedrag toe. Wat is internet- of gameverslaving precies en wanneer ben je verslaafd? Is er een relatie met ander risicogedrag?

24 maart 2015                           Ongevallenpreventie en tienerzwangerschap
De meeste ongelukken met (kleine) kinderen gebeuren in en om het huis. Elke dag raken ruim 100 kinderen zo ernstig gewond dat ze naar de dokter of het ziekenhuis moeten. Verdrinking en verstikking zijn de meest voorkomende doodsoorzaken. Reden genoeg om aan de preventie aandacht te besteden.
Het aantal tienermoeders neemt af maar de problematiek is heftiger. Hoe gaan we als professional om met deze “multiproblem situaties”. Begeleiding en samenwerking bij tienerzwangerschap en –ouderschap.

26 mei 2015                              Adolescenten met pijn en het hypermobiliteitssyndroom  (samen met kindergeneeskunde)
Naar chronische pijn bij adolescenten (en volwassenen) vindt momenteel veel wetenschappelijk onderzoek plaats. O.a. naar het vernieuwen van de revalidatiezorg, met de nadruk op de zorg voor patiënten met chronische pijn, zodat hun kwaliteit van leven en de mate van sociale participatie kan worden verhoogd.
Het hypermobiliteitssyndroom (HMS) is een nog vrij onbekende chronische aandoening. De symptomen kunnen op elke leeftijd ontstaan, maar zijn bij de meeste mensen voor het 15e levensjaar aanwezig. De aandoeningen verschillen per persoon en lopen zeer sterk uiteen.

23 juni 2015                              LVG problematiek
Ouderschap bij mensen met een verstandelijke beperking blijkt vrijwel uitsluitend voor te komen bij mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking. Deze uiterlijk onzichtbare ‘handicap’ wordt vaak niet meteen herkend en erkend.
Verstandelijk beperkte ouders hebben vaak moeite met het opvoeden van kinderen, zeker als hun kinderen groter worden. De ouders bevinden zich door hun chronische beperking in een kwetsbare positie. Tegen welke opvoedproblemen lopen deze ouders aan? Hoe kunnen ze door de omgeving en hulpverleners ondersteund worden? En wat betekent het voor de kinderen om een ouder te hebben met een verstandelijke beperking?