Antisociaal gedrag bij kinderen en jongeren is niet alleen een probleem voor henzelf en hun omgeving, maar heeft vaak ook maatschappelijke gevolgen.
Deze jongeren komen vaker in aanraking met justitiële instanties en er zijn aanwijzingen, dat er een grotere kans bestaat op het ontwikkelen van een antisociale persoonlijkheids-stoornis.
Voor de kinderleeftijd kennen we de antisociale gedragsstoornis ( CD, conduct disorder) en de oppositioneel-opstandige gedragsstoornis ( ODD, oppositional defiant disorder), die volgens het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie een prevalentie van 2% resp. 3,2% hebben.
Onderzoek naar de oorzaken van dit gedrag richt zich steeds meer op genetische en neurobiologische factoren naast ongunstige omgevings- en gezinsfactoren.
Kennis hiervan zou kunnen bijdragen aan effectievere vroegdetectie , preventie -en interventiemogelijkeheden.
In de eerste voordracht komt de manier, waarop ( jonge) kinderen met ernstige gedrags-problemen zich in de JGZ praktijk kunnen presenteren, aan bod.
Verder zal er ingegaan worden op de neurobiologische en genetische risicofactoren voor antisociaal gedrag .
Vervolgens zal er in de tweede voordracht aandacht zijn voor recente ontwikkelingen in de biomedische wetenschappen en wordt besproken welke mogelijke ethische implicaties deze met zich meebrengen.
De derde spreker zal vervolgens het onderwerp vanuit de kinderpsychiatrie belichten aan de hand van casuïstiek. Ook komt aan bod welke behandel- en opnamemogelijkheden er zijn binnen MIKX en Sedna.
Mede namens de stichting PAOG-JGZ nodig ik u uit tot het bijwonen van deze avond,
Saskia Wintraeken, arts M&G, jeugdarts GGD Zuid limburg